Skip to main content

Tijdens Prinsjesdag 2025 stond de woningmarkt opnieuw hoog op de politieke agenda. Het kabinet presenteerde een reeks maatregelen die het kopen, huren én bouwen van woningen moeten vergemakkelijken. In een tijd waarin woningnood en betaalbaarheid grote zorgen zijn, biedt het nieuwe beleid op sommige punten verlichting. 

Nieuwbouw
Een van de belangrijkste ambities is het bouwen van betaalbare woningen. Het doel blijft om jaarlijks 100.000 nieuwe huizen op te leveren. Om gemeenten te stimuleren, trekt het kabinet circa € 900 miljoen uit voor woningbouw in 2026. Binnen deze Realisatiestimulans is € 330 miljoen beschikbaar voor de bouw van betaalbare woningen: koopwoningen tot € 405.000 en huurwoningen tot € 1.184,83. 

Overdrachtsbelasting
Starters op de koopmarkt blijven extra steun krijgen. Wie tussen de 18 en 35 jaar is en voor het eerst een huis koopt, hoeft geen overdrachtsbelasting te betalen. In 2026 stijgt de maximale koopprijs waarvoor dit geldt naar € 555.000. Dat scheelt duizenden euro’s bij de aankoop. 

Opvallend is dat het kabinet het investeringsklimaat voor verhuurders iets versoepelt. De overdrachtsbelasting voor beleggers daalt van 10,4% naar 8%. Hiermee hoopt men dat er meer huurwoningen beschikbaar komen, met name in het middensegment. Er is echter ook kritiek op deze plannen: volgens sommigen zullen de prijzen hierdoor juist stijgen, ten koste van starters. 

Nationale Hypotheek Garantie (NHG)
De grens voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) wordt gehandhaafd. Deze blijft € 450.000, en wie investeert in energiebesparende maatregelen mag zelfs tot € 477.000 lenen met NHG. Ook de premie die kopers hiervoor betalen (0,4%) blijft ongewijzigd. 

Huren
De huren in de sociale en vrije sector worden niet bevroren. Corporaties zouden door hogere huurinkomsten extra middelen moeten hebben voor nieuwbouw. Wel wordt de huurtoeslag per 2026 verhoogd. Vanaf dat moment worden de maximale huurgrenzen als voorwaarde voor het recht op huurtoeslag afgeschaft. Huurders met een laag inkomen en een hoge huur worden geholpen door deze maatregel. De leeftijdsgrens voor het verkrijgen van volledig recht op huurtoeslag wordt verlaagd van 23 naar 21 jaar. 

Er heerst een voorzichtig optimisme: met snellere bouwprocedures, meer financiële ruimte voor gemeenten en een duidelijke inzet op betaalbaarheid probeert het kabinet een stevige stap in de goede richting te zetten. 

Of deze voorgenomen maatregelen echt het verschil gaan maken? Dat zal de komende jaren moeten blijken. De plannen zullen daarnaast nog moeten worden aangenomen door de Eerste en Tweede Kamer.